We kennen een viertal kleppen in ons hart. Als het bloed de linker boezem binnenkomt en naar de linker kamer stroomt, wordt de eerste klep, de zogenoemde mitraalklep, gepasseerd. De tweede klep, de aortaklep, zit tussen de linker kamer en de aorta, de grote lichaamsslagader. Wanneer het bloed het lichaam rond is geweest, komt het aan in de rechter boezem en stroomt het door de derde klep, de zogenoemde tricuspidaalklep om vervolgens vanuit de rechter kamer via de pulmonaalklep naar de longen te gaan. Vanuit de longen stroomt het bloed weer naar de linker boezem en is het cirkeltje rond.
Hartkleppen
Net als bij de bloedvaten, hebben de kleppen ook niet heelhuids de tand des tijds doorstaan, omdat ook zij onderhevig zijn geweest aan stugheid en verkalking. Bij zo’n 30% van de 70plussers beginnen de kleppen, die meer dan twee miljard keer open en dicht zijn gegaan, te haperen.
Een stugge klep die de soepelheid van vroeger mist, laat het bloed er moeilijker doorgaan met gevolg dat het hart harder moet pompen. Maar het kan ook zijn dat de kleppen niet meer mooi dichtgaan en er een kier of zelfs grotere ruimte open blijft. De gevolgen laten zich raden. De enorme kracht waarmee het bloed de aorta wordt ingepompt, is minder effectief omdat er bloed terugstroomt door de aortaklep. Ook nu weer moet het hart een tandje harder pompen.
Helaas gaat het spreekwoord `Wat niet weet, wat niet deert’, net zoals bij hoge bloeddruk, niet op. Meestal hebben we in het begin geen klachten van klepafwijkingen, maar het onderliggend slijtageproces laat zich niet stoppen. Totdat er klachten komen. Kortademigheid tijdens inspanning, je niet lekker voelen, je zwak voelen. Het kan zelfs tot hartfalen leiden.
Hoe en wanneer komt de arts tot de diagnose klepgebrek en maakt het nog wat uit om welke klep het gaat? Kunnen we nog tijdig signalen herkennen of is het al te laat wanneer we klachten krijgen?
Het maakt inderdaad uit over welke klep we het hebben. Hoewel we aan elke klep een probleem kunnen krijgen, zijn het toch vooral de mitraalklep en de aortaklep. Laten we eens kijken naar de mitraalklep. Om te beginnen ontstaan de problemen van stugheid nauwelijks door de verkalking die eerder is genoemd. Verreweg in de meeste gevallen is vroeger doorgemaakt reuma de boosdoener.
De bloedstroom gaat maar moeizaam vanuit de linker boezem naar de linker kamer met gevolg dat de linker boezem zichzelf als het ware een beetje opblaast en boezemfibrilleren kan ontstaan, dus het niet meer effectief samentrekken van de boezem. Omdat er in de boezem ook stolsels kunnen ontstaan, kan er
een stukje loslaten en op een hele andere plek in het lichaam een bloedvaatje afsluiten. Als dat in de hersenen gebeurt, is het goed mis en spreken we van een beroerte (CVA).
Soms kan een operatie worden vermeden en vindt behandeling plaats met b_etablokkers en met antistolmiddelen, zodat het bloed niet gaat klonteren en er geen gevaarlijke stolsels in de linker boezem ontstaan. Nemen de klachten toe dan is een operatieve ingreep onvermijdelijk en repareert de chirurg de klep of vervangt hem door een kunstklep. Deze vorm van klepaandoening zien we bij 25% van de 65-plussers.
Signalen als de genoemde kortademigheid, aanvallen van nachtelijke benauwdheid en je niet lekker voelen of gewoon een `niet pluis’- gevoel kunnen leiden tot een bezoek aan de arts. Hoewel het luisteren met de stethoscoop de arts op het spoor van een mitraalprobleem kan zetten, de thoraxfoto een vergrote linker boezem kan laten zien en het ECG (`hartfilmpje’) boezembrilleren kan aantonen, kan een ECHO van het hart de exacte problematiek in kaart brengen. Als we de eerste klachten serieus nemen en de arts raadplegen, dan is het nog zeker niet te laat voor een behandeling.
Als de mitraalklep niet meer mooi dichtgaat, stroomt het bloed weer terug door de klep. De reden is vaak een verkalking van de klep of een doorgemaakt hartinfarct. Bij een infarct sterft immers hartweefsel en als een deel van de mitraalklep net in die gevarenzone ligt, treedt er beschadiging op. Moeheid en kortademigheid bij inspanning, maar later ook in rust zijn belangrijke symptomen.
Hoewel opnieuw bij de mitraalklep het luisteren met de stethoscoop, ECG en thoraxfoto aanwijzingen opleveren voor het klepprobleem, is ook hier de ECHO van het hart beslissend om de oorzaak vast te stellen en een indruk te geven over de ernst van het kleplijden.
Operatief wordt de klep gerepareerd of vervangen. Wanneer op grond van de klachten gauw hulp wordt gezocht, kan de behandeling tijdig worden gestart.